Alweer een jaartje ouder

Podcast: Play in new window | Download
Aflevering 2: Alweer een jaartje ouder
[Wil je tegelijkertijd naar de podcast luisteren? Klik hierboven op de ‘play’ knop op de audioplayer!]
Intro
Hallo allemaal en welkom bij de tweede aflevering van op z’n Vlaams. Ik ben blij dat jullie er weer bij zijn. Ik heb veel positieve reacties gekregen op de eerste aflevering. Mercikes daarvoor. Voor de mensen die de eerste keer naar deze podcast luisteren: Dit is een podcast voor mensen die Nederlands aan het leren zijn en willen wennen aan een Vlaams accent of gewoonweg voor mensen die iets willen bijleren over een interessant onderwerp. Ik ga proberen elke twee weken over een onderwerp te praten in het Vlaams, maar ietsjes trager en duidelijker dan hoe ik normaal zou praten. Hier en daar geef ik ook een woordje uitleg wanneer er toch een moeilijk woord of uitdrukking is.
Mededelingen
Vooraleer we met het onderwerp van vandaag beginnen, heb ik nog een paar mededelingen. Zoals sommige mensen misschien al gezien hebben: Er bestaat nu ook een Facebook pagina van “Op z’n Vlaams”. Geregeld post ik daar een nieuw woord of uitdrukking op dat ge waarschijnlijk zult horen als ge in Vlaanderen zijt. Ik ga ze in de podcast niet allemaal herhalen, maar ik zou er toch graag één van wat dichterbij willen bekijken. Voor deze aflevering is dat “boter op het hoofd hebben”, omdat dat toch wel een redelijk vreemde uitdrukking is.
De betekenis daarvan is dat iemand zelf schuldig is aan iets waar hij een ander opmerkingen over geeft. Bijvoorbeeld als ik tegen één van mijn huisgenoten zou zeggen dat hij of zij nooit de afwas doet, terwijl ik dat ook niet doe, dan heb ik boter op mijn hoofd. Nu, gelukkig is dat niet zo, maar van waar komt die uitdrukking nu juist? We weten spijtig genoeg niet exact van waar die uitdrukking komt, maar we weten alleszins dat ze heel oud is. Zo komt ze voor in een rijmpje uit 1653:
“Wiens hoofd van boter is, die moet gedurig schromen; Die moet niet aen het vyer, of voor den oven komen.”
Één theorie zegt dat de uitdrukking afgeleid is van een oudere uitdrukking, die gaat: “Wie boter op zijn hoofd heeft, moet uit de zon blijven.” Een andere theorie zegt dat het van een andere oudere uitdrukking komt: “Die een hoofd van boter heeft, moet geen bakker worden.”
Beide oudere uitdrukkingen hebben min of meer dezelfde betekenis als de modernere uitdrukking. Maar dat verklaart natuurlijk nog niet waarom iemand met boter op zijn hoofd zou rondlopen. Van waar komt dat dan? Sommige mensen denken dat het komt van vroegere tijden waarbij we een mand op ons hoofd droegen om voeding te transporteren. Met boter moest ge dan opletten, want dat kon snel smelten als ge in de zon liep. Andere mensen denken dat het simpelweg komt omdat boter een product is dat heel veel gebruikt werd in Nederland vroeger, en nu nog altijd. Doordat het snel in de hitte smelt, werd dees product gekozen voor de uitdrukking.
Waar het exact vandaan komt zullen we alleszins nooit weten. Trouwens, een uitdrukking die ook hetzelfde betekent en die ge waarschijnlijk meer gaat horen in Vlaanderen: “De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.” Die is trouwens ook al gepost geweest op de Facebook pagina.
Daarnaast heb ik een heel goeie vraag gekregen van één van de luisteraars, Pierre. Hij vroeg: “In welke proporties gebruiken jullie dialect, tussentaal en standaardnederlands?” Ik vind dat een supergoeie vraag en dat is inderdaad iets dat ik niet heb gezegd in de vorige aflevering. Dus, en nu spreek ik voor mezelf: dialect spreek ik niet, en ik denk dat dat hetzelfde is voor meeste mensen van mijn generatie. Ik kan het perfect verstaan, want ons bomma spreekt dat. Misschien als ik veel moeite doe, kan ik het een beke spreken, maar ik spreek het zeker niet van nature. Er zijn ook geen situaties waar ik het zou kunnen spreken, tenzij met mijn grootmoeder.
Dus dialect, nee, dat spreek ik eigenlijk niet. Tussentaal daarentegen spreek ik 95% tot zelfs 99% van de tijd. Ik spreek dat met andere mensen op straat, met mijn vrienden, in de winkel, etc. Standaardnederlands spreek ik zeer weinig en de enige reden waar ik aan kan denken om het te gebruiken is voor in hele formele situaties, zoals bijvoorbeeld voor een jobinterview. Misschien als ge in een job terecht komt, waar alles er heel zakelijk en formeel is, dan gaat ge het waarschijnlijk iets meer gebruiken.
Nu, belangrijk om te weten is dat dit enkel geldt voor wanneer we praten. Wanneer we schrijven, schrijven we zo goed als altijd, 99% van de tijd, in standaardnederlands! Dat klinkt misschien heel vreemd, maar wij, Vlamingen, schrijven niet zoals wij praten. Wij leren in het school om standaardnederlands te schrijven en te spreken. Als we een woord in het dialect of tussentaal zouden schrijven, dan wordt dat gezien als een fout en dan worden daar zelfs punten voor afgetrokken bij een test. Tussentaal wordt ons ook niet aangeleerd omdat daar geen spellingsregels of grammatica regels rond bestaan, tenzij misschien in de taalwetenschap.
Wij leren tussentaal en dialect enkel mondeling. Schriftelijk eigenlijk niet. Nu, met sommige vrienden schrijf ik soms met ‘ge’ en ‘gij’ en allemaal kleine, makkelijke tussentaal woordjes, maar dat is het dan ook.
Je vraagt je nu misschien af waarom dat juist zo is. Dat heeft te maken met de geschiedenis van Vlaanderen en taalzuivering. Maar ik heb besloten om hier een aparte aflevering over te maken, want dat is eigenlijk wel interessant om een ganse aflevering over te praten. Dus je zal tot dan moeten wachten.
Dus mercikes, Pierre, voor die zeer interessante vraag! Ahja, in het Vlaams is het perfect normaal om ‘merci’ of ‘mercikes’ te zeggen wanneer ge iemand bedankt omdat wij veel leenwoorden uit het Frans hebben. Dat is wel eerder voor informele situaties. In formele situaties zeggen wij meer ‘danku’ of ‘dankuwel’. Moest je trouwens zelf een vraag hebben over Vlaams of over een ander onderwerp waarover ik spreek, stel ze gerust en ik zal ze zo snel proberen te beantwoorden.
En nu gaan we eindelijk beginnen aan het onderwerp van vandaag. Oorspronkelijk wou ik deze aflevering over ‘slapen’ praten, maar omdat het vandaag toch wel een beetje een speciale dag is voor mij, heb ik besloten om het onderwerp ‘slaap’ te houden voor de volgende aflevering. Zoals sommigen misschien kunnen zien aan de titel van deze aflevering: het is vandaag mijn verjaardag. Ik ben juist 35 jaar geworden, wat ik nog altijd raar vind, omdat ik nu al half op weg ben naar de 40. Voelt een beetje oud aan, maar ja, de tijd gaat snel.
Maar kom, ik ben dankbaar dat ik al zo oud ben kunnen worden en ik hoop dat ik die leeftijd op zijn minst kan verdubbelen. Op mijn verjaardag kijk ik meestal terug naar het voorbije jaar en probeer ik daar wat over na te denken, wat lessen uit te trekken. Wat is er goed geweest? Wat kon er beter? Welke momenten zijn er belangrijk geweest? Enzovoort. En toen dacht ik, waarom zou ik die bedenkingen niet gewoon delen via deze podcast? Dus dat zal het onderwerp zijn voor deze aflevering: Mijn reflecties van het voorbije jaar.
Reflecties
Het eerste waar ik meestal mee begin wanneer ik een evaluatie doe van het voorbije jaar is iets simpels en leuks: Ik kies een liedje uit dat voor mij dat jaar het beste weergeeft. Dat kan een liedje zijn dat ik dat jaar enorm mooi vond en veel naar geluisterd heb of dat kan een liedje zijn dat mij herinnert aan een bepaald moment in dat jaar. Waarom doe ik dat juist? Awel, ik ben opgegroeid in een muzikale familie en muziek is altijd belangrijk geweest in mijn leven. Ik luister enorm graag naar muziek en meestal staat er wel muziek op wanneer ik aan het werken ben.
Voor dit jaar heb ik effe moeten nadenken welk liedje dat juist was, maar uiteindelijk heb ik toch eentje kunnen kiezen. Dat liedje heet “Qui nous demaine” en is van ‘Corvus Corax’. Corvus Corax is een Duitse groep dat middeleeuwse muziek maakt en “Qui nous demaine” is een liedje gezongen in het Oud-Frans. ‘Corvus Corax’ is trouwens de latijnse naam voor de raaf. De reden waarom ik dit liedje gekozen heb, is niet echt door de tekst, maar eerder door wat het symboliseert. Toen Covid-19 uitbrak in België, kwam hier ook een lockdown en die heeft enkele maanden geduurd. Tijdens die lockdown was er het initiatief van een paar van mijn vrienden om elke avond iets uit het raam te zingen of met een instrument te spelen. Ik heb toen besloten om mee te doen met hen en “Qui nous demaine” was het allereerste liedje dat ik toen gezongen heb.
Ik heb toen 30 dagen lang elke dag een nieuw liedje gezongen, samen met mijn vrienden, en dat is eigenlijk wel een hele mooie herinnering geworden. Dus daarom heb ik dit liedje gekozen. Ik zal een link naar het liedje zetten in de transcriptie. Ahja, over transcriptie gesproken, ik ben bezig aan de website en ik hoop die één dezer weken online te zetten. Daar komen ook de transcripties op. Dus mijn excuses voor het wachten op deze transcripties, maar de website komt er aan.
En met Covid-19 te vermelden komen we aan één van de belangrijkste thema’s van het voorbije jaar: Het virus en de invloed die het virus op ons allemaal gehad heeft. Ik denk dat enorm veel mensen wereldwijd het jaar 2020 zich duidelijk gaan herinneren omdat dat het jaar van de pandemie is geweest. En ja, we zijn er ook nog niet door. België zit nu in een tweede wave en een tweede lockdown kan misschien komen. In andere landen gaat waarschijnlijk hetzelfde gebeuren. Aan iedereen veel sterkte gewenst daarvoor. Het is niet makkelijk, ik weet het, maar we gaan hier enkel door komen als we samenwerken.
Nu, in tijden als deze probeer ik mij vooral te focussen op de dingen die ik nog wel heb, in plaats van de dingen die ik niet meer heb. Dankbaarheid helpt daar enorm bij en dat is ook wel een beetje een thema geweest voor mij dit jaar. Aan het begin van het jaar ben ik begonnen met aan het einde van elke week vijf dingen op te schrijven die mij gelukkig maakten die week. Ik ben daar nu nog altijd mee bezig en het is een oefening die ik ga blijven doen, want er is niks leukers dan terug te kijken naar de week dat voorbij is en na te denken over de dingen waar je dankbaar voor bent.
Tijdens de eerste lockdown heeft dit me ook geholpen met de dingen niet zo somber te zien. Het is ook wetenschappelijk bewezen dat dankbaarheid mensen gelukkiger maakt. En ik zie dat ook bij mezelf. Door die oefening te doen, word ik gelukkiger. Dus ja, ik raad het mensen ook aan om dat beginnen te doen, want het heeft een effect op uw geluk, op uw welzijn. Dit is trouwens een oefening die ik heb leren kennen via Gretchen Rubin, een schrijfster die onder andere boeken schrijft over ‘gelukkig zijn’.
Maar goed, terug naar mijn evaluatie van dit jaar. Voor mij is die oefening in dankbaarheid er gekomen omdat vorig jaar een redelijk zwaar jaar was voor mij en ik wou mezelf vooral bewust maken van de dingen die me gelukkig maken. Ik ben vorig jaar begonnen terug voltijds te studeren als developer in IT. Dat was geen makkelijke studie, maar wel enorm veel van bijgeleerd. Daarnaast zat ik ook in een relatie die enorm veel energie van mij vroeg en de combinatie van beiden maakte het toch wel zwaar toch wel. Mijn studies heb ik dit jaar kunnen afmaken. Die relatie heb ik spijtig genoeg eind vorig jaar moeten stopzetten. Op mijn vorige verjaardag had ik bijvoorbeeld niet de tijd of energie om een evaluatie te doen van het jaar dat toen voorbij was, dus ik ben extra blij dat ik dat nu wel kan doen. Daarom dat ik vorig jaar ook een beetje integreer in deze evaluatie.
En ik besef ook wel dat ik op bepaalde gebieden van geluk mag spreken, ook al was het toen zwaar. Ik ben jong en gezond, ik heb een gemeenschap rond mij waarop ik kan terugvallen, ik heb altijd een dak boven mijn hoofd gehad, altijd genoeg eten en drinken gehad, enzovoort. Het was zwaar, maar er zijn mensen die het nog veel zwaarder hebben gehad dan mij. En ik ben dan ook dankbaar voor de dingen die ik nog wel had.
Alleszins, een belangrijke les dat ik geleerd heb uit die ervaring: Dat er een balans moet zijn in de energie die je aan jezelf geeft en aan anderen. Als je teveel tijd en energie in anderen steekt, zonder genoeg voor jezelf te zorgen, loop je het risico op een burn-out, wat ik vorig jaar echt wel gevoeld heb. Dus dat is een werkpuntje voor mij geweest waar ik dit jaar aan gewerkt heb. Ik heb bewust geen vrijwilligerswerk gedaan dit jaar. Normaal gezien doe ik altijd wel iets van vrijwilligerswerk, maar dit jaar wou ik vooral tijd vrij maken voor mezelf.
Dit jaar is voor mij dus een periode geweest van recupereren, van tot rust komen. Ik heb het geluk gehad van tijdelijk te kunnen wonen bij een vriend van mij toen de pandemie uitbrak. Koen, als je aan het luisteren bent, nen hele dikke merci daarvoor. Die periode van daar tijdelijk te wonen, had ik nodig om terug wat stabiliteit op te bouwen in mijn leven. In de maanden voordien kon ik telkens een paar dagen, soms zelfs een paar weken, terecht bij vrienden of bij familie, en daar ben ik ook zeer dankbaar voor, maar daarmee bouw je geen stabiliteit op. Voor stabiliteit heb je een plaats nodig waar je thuis kan komen. Toen ik geregeld bij mijn ouders bleef slapen en bij ons bomma zei die altijd: “Gij hebt nen thuis en nen ‘t onzent.” Wat ze daarmee bedoelde is dat ik een tweede thuis heb naast mijn eigen thuis. “ ‘t onzent” is wel heel oud taalgebruik en komt van “te onzen huize”. Dat wordt niet echt meer gebruikt, dat is echt iets van vorige generaties, maar ik vind het wel leuk klinken.
Alleszins, ondertussen woon ik sinds een paar maanden samen met drie fijne huisgenoten, heb ik terug wat stabiliteit, want dat is toch wel belangrijk om tot rust te komen. Door die stabiliteit heb ik wat kunnen nadenken, kunnen reflecteren, over wat ik wil in het leven en deze podcast is daar onder andere een resultaat van. Ik heb beseft in de voorbije maanden dat aan een podcast werken verschillende van mijn interesses combineert en dat het mij veel voldoening geeft om hiermee bezig te zijn.
Dus als ik het voorbije jaar zou moeten samenvatten in drie woorden, dan zouden dat ‘dankbaarheid’, ‘balans’ en ‘stabiliteit’ zijn. Ik heb veel geleerd uit vorig jaar en hoewel het zwaar was, heb ik ook kunnen groeien als persoon, wat het belangrijkste is. Ik ben echt blij dat ik sta waar ik nu sta.
En jawel, bij deze zijn we weer aan ‘t einde gekomen van de aflevering. Ik hoop dat gelle hier iets aan gehad hebt. Voor mij is het wel speciaal om dit te delen met ulle. En ik ben ook wel nieuwsgierig naar jullie voorbije jaar. Zijn er bij jullie grote thema’s aan bod gekomen? Doen jullie geregeld evaluaties over jullie leven? Laat het mij gerust weten via de Facebook pagina.
Hou jullie goed en tot de volgende!
One Reply to “Alweer een jaartje ouder”
Dag Pieter,
merci voor deze leuke podcast. Ik ler het Nederlands en ben elke keer in Vlanderen frustrer, geen woord te begrijpen…maar jou podcast mak it heel beter! Dank je wel!
Daarenboven merci voor deze vertrouwelijk onderwerp. Ik herinner de eerste Lokdown en mij gelukzaligheid de eerste keer live-muziek te luisteren- inklusief mij Traan…Merci, merci, merci.