De Vlaamse Uitspraak

Podcast: Play in new window | Download
De Vlaamse uitspraak
Intro
Hallo allemaal en welkom bij de elfde aflevering van ‘Op z’n Vlaams’, oftewel de eerste aflevering van het tweede seizoen. Jawel, na een lange pauze zijn we der weer en ik heb der wel goesting in. Er is in de maanden tussen het eerste en het tweede seizoen redelijk wat gebeurd, dus ik zal beginnen met ulle nen update te geven.
Mededelingen
Dus, vlak na het eerste seizoen had ik even pauze nodig van ‘Op z’n Vlaams’, want dat was toch wel redelijk intensief werk om te doen. Als ge al de research die ik moet doen, het schrijven, het spreken, het digitaal corrigeren en het online zetten allemaal bij elkaar telt, dan ben ik toch wel zeker twee weken bezig om een aflevering te maken. Na meer dan tien afleveringen op die manier, was ik het effe beu en wou ik me gewoon voor een tijdje met iets anders bezig houden.
Ik ben toen begonnen met les te geven via italki. italki is een applicatie die u helpt een leraar te vinden als ge een taal wilt leren. Ik was daarmee begonnen omdat ik wou weten wat de grootste moeilijkheden zijn voor anderstaligen om het Nederlands of het Vlaams aan te leren. Dat was echt superboeiend. Ik heb daar enorm veel van bijgeleerd en ik heb een tiental enorm fijne studenten gehad, waarvan ik vermoed dat er sommige nu aan het luisteren zijn.
Tussen die lessen door ben ik daarbuiten op iets anders uitgekomen wat me enorm boeide: ‘playfighting’ oftewel ‘speelvechten’ in het Nederlands. Ik heb gemerkt dat het enorm moeilijk is om dees concept uit te leggen met woorden, maar ik ga het toch proberen. Playfighting gaat ge zeker kennen, want we hebben dat allemaal ooit wel es gedaan toen dat we klein waren. Als ge broers of zussen hebt sowieso, en zo niet, dan zult ge dat ook wel gedaan hebben met uw jeugdvrienden. Het betekent eigenlijk al spelend vechten, dus nie voor elkaar pijn te doen ofzo. We hebben daar ook een ander woord voor in het Vlaams: ‘ravotten’, of ‘stoeien’ wordt ook wel gebruikt.
En dat is wat ik de laatste tijd heb proberen te organiseren: speelgevechten maar op een veilige manier. Mensen zitten dan in een grote cirkel en twee van die mensen gaan dan naar het midden van die cirkel om te speelvechten. We zitten allemaal op onze knieën en we doen dees op dikke vloermatten, zodat we ons geen pijn doen. Daarnaast mag er niet gebokst of gestampt worden of ook maar iets dat de andere persoon veel pijn zou kunnen doen. Hoe speelvechten er uitziet hangt af van de twee personen die het doen. Als ze een achtergrond in dans hebben, kan het er als een dans beginnen uitzien, waar mensen over, onder en langs elkaar vloeien. Wanneer mensen bijvoorbeeld een achtergrond in gevechtskunsten hebben, proberen ze elkaar meestal op de grond te duwen totdat de ander niet meer kan bewegen. En soms gaan mensen gewoon ook voor een lange knuffel. Dat maakt het speelvechten zo leuk: omdat het altijd verschillend is, want elke groep en elk individu is uniek.
Ik heb de playfights nu spijtig genoeg moeten stopzetten, want we zitten nu in de vierde corona-golf. De regering heeft strengere maatregels aangekondigd en we gaan vermoedelijk moeten wachten op een boostervaccin. Meeste mensen in België zijn nu volledig gevaccineerd tegen corona, maar de meer besmettelijke delta variant smijt roet in het eten en er is nu ook sprake van een omikron variant, die mogelijks nog besmettelijker zou zijn. Ahja, roet in het eten smijten, of gooien, is een spreekwoord dat wilt zeggen ‘iets leuks bederven’, ‘een goed plan verpesten’. Dus ja, ik vrees er wat voor dat onze feestdagen waarschijnlijk terug met een beperkt aantal mensen zullen zijn, maar we zullen zien. Maar wees blij, want dat geeft me nu wel de tijd om met het tweede seizoen van Op z’n Vlaams te beginnen.
Voor dees seizoen zou ik graag een paar dingen anders willen doen in vergelijking met het eerste seizoen. Eerst en vooral, en dat is u nu misschien al opgevallen, mijn taalgebruik is ietsjes complexer tegenover het eerste seizoen en ook iets sneller. Dat komt omdat ik dat het meeste als feedback had gekregen. Mensen zeiden me dat ik sneller mocht praten. Dus vanaf nu ga ik dat ook doen. Het is nog altijd nie hoe ik in het echte leven praat. Ik praat iets sneller dan en ook iets minder duidelijk, ook iets meer dialect, maar deze snelheid voelt wel al iets meer natuurlijker voor mij. Moest dees iets te snel voor u zijn, dan raad ik u aan om de transcriptie erbij te pakken en het zo te volgen. Moest dat ook niet lukken, dan raad ik u aan om het eerste seizoen nog es te beluisteren. Daar praat ik ietsjes trager, gebruik ik meer simpele woorden en daar zijn ook transcripties van.
Daarnaast zou ik ook twee nieuwe dingen willen proberen voor dees seizoen.
Een eerste ding daarvan is voorleesmomentjes. Met andere woorden dat ik wat voorlees uit een boek en dat ik er misschien ook achteraf nog wa reflecties over geef. Ik heb hier al een lange tijd een boek gereed liggen waar ik dan eindelijk de volgende aflevering een paar hoofdstukjes uit ga voorlezen, maar ik ga nog nie verklappen welk boek dat dat is. Daarvoor gaat ge naar de volgende aflevering moeten luisteren.
Een ander ding dat al lang op mijn lijstje staat om te doen, maar het is er tot nu toe nog nie van gekomen voornamelijk door corona, is interviews doen met mensen in het Vlaams. Ok, da’s nie helemaal waar, er was wel de aflevering die ik samen met Sietske had gedaan een paar maanden terug. Dus iets in dienen aard had ik in gedachte, maar eerder interview-stijl. Ik dacht mijn bomma een dikke maand terug te interviewen, maar toen bleek mijn microfoon kapot te zijn, dus ik heb dat interview uiteindelijk nie kunnen doen, wat zeer spijtig is. Ik hoop binnenkort, ne keer het terug wa veiliger is corona-gewijs, een nieuwe poging te wagen. Dan kan ik ons bomma hier toch op één of andere manier op de podcast vereeuwigen, want ik heb haar naam hier nu toch al een paar keer laten vallen, dus ‘t lijkt me nie meer dan logisch dat ze hier es komt praten.
In elk geval, twee leuke, nieuwe dingen die ik wil uitproberen waar gelle de komende afleveringen van kunt genieten, of nie, en moest da zo zijn, stuur gerust een mailtje met feedback. Ahja, moest de kwaliteit van deze aflevering iets minder zijn, dan weet gelle nu waarom: Mijn microfoon is kapot. Ik hoop die zo snel mogelijk terug te repareren, maar voorlopig doe ik het dus met een andere microfoon. Maar ja, laten we nu overgaan op het onderwerp van vandaag.
De Vlaamse uitspraak
Voor deze aflevering zou ik het graag willen hebben over uitspraak, en meer bepaald de Vlaamse uitspraak. De reden waarom ik hierover wil praten, is omdat ik heb gemerkt dat mensen hier meestal niet zoveel tijd aan besteden wanneer ze Vlaams leren, terwijl dees toch wel belangrijk is, zeker als ge wilt socializen met Vlamingen. Dus daar gaan we het nu over hebben: de Vlaamse uitspraak.
Zoals ik al vermeld heb, ik heb een tijd les gegeven op italki. italki is een platform dat het voor mensen die een taal willen leren, heel makkelijk maakt om een leerkracht te vinden. Er is zowel een website als een smartphone-applicatie die ge kunt gebruiken daarvoor. De leerkrachten kunnen de prijs zelf kiezen, dus dat kan van goedkoop tot redelijk duur gaan. Meestal hangt dat ook af van hoeveel ervaring ze hebben en of ze gestudeerd hebben om leerkracht te zijn. Gewoon even voor de duidelijkheid, ik zit niet meer op italki, dus ge gaat mij daar niet meer op kunnen vragen om uw leerkracht te worden, moest ge dat willen.
Nu, tijdens mijn tijd op italki heb ik een tiental studenten gehad die ik gemiddeld één tot twee keer per week les gaf. Die studenten waren van complete beginners tot gevorderden. Dus van ongeveer van A1 tot B2 niveau. Ik vond dat enorm fijn om te doen en ik heb daar ook enorm veel van bijgeleerd. Ik vond het het leukste om mensen de correcte uitspraak aan te leren, wat dat meestal met de beginners was, en langs de andere kant dan conversaties te hebben met mensen over onderwerpen die hen boeide, wat met de gevorderden was. Die afwisseling was ook heel fijn.
Vanaf de eerste les dat ik met iemand had, bleef ik hameren op het belang van uitspraak. Ik nam daar meestal ook mijn tijd voor, een paar lessen, om elke letter en elke klank uit te leggen en hoe die soms kunnen verschillen met de uitspraak in Nederland. Er zijn een aantal redenen waarom ik dat deed.
Ten eerste, simpelweg, hoe beter uw uitspraak, hoe makkelijker mensen u gaan verstaan. En dat geldt voor elke taal. Ik herinner me nog een Spaanse vriendin die Frans aan het leren was. Gewoon om wat te oefenen, vroeg ze of we wat Frans konden praten. Na een paar zinnen heb ik gevraagd om terug naar het Engels over te schakelen, want ik verstond haar nauwelijks. Haar woordenschat was goed, maar haar uitspraak was Frans op een zeer Spaanse manier uitgesproken, waardoor ik meestal moest vragen om het nog eens traag te herhalen wat ze had gezegd.
Ten tweede, het is beter om van het begin af aan genoeg tijd te spenderen aan uw uitspraak, want een keer ge een bepaalde uitspraak hebt, gaat het veel moeilijker zijn om die later te corrigeren. Het is dus beter om van het begin wa meer tijd te spenderen aan de juiste uitspraak, dan later veel meer tijd te moeten spenderen aan het corrigeren van iets dat ge fout hebt aangeleerd. Iets wat ik al een paar keer ben tegengekomen is mensen die Nederlands beginnen leren zijn op Duolingo. Op zich een fantastische applicatie. Ik heb het ook gebruikt toen ik Frans aan het leren was en ik ben er grote fan van. Het enige probleem daarbij is dat bij het Nederlands de uitspraak en sommige uitdrukkingen uit Nederland zijn en niet uit Vlaanderen, waardoor de mensen die Nederlands via Duolingo leren met een Nederlands accent spreken in plaats van een Vlaams accent. Dat achteraf proberen af te leren is niet zo evident.
Ten derde, als ge naar een Vlaamse stad verhuist of dat nu een universiteitsstad is of niet, de voertaal gaat daar meestal Vlaams of Nederlands zijn en niet het Engels. Ik heb van sommige Erasmusstudenten gehoord dat ze daardoor verrast zijn geweest, dat ze in het dagdagelijkse leven toch Nederlands moesten gebruiken. In Leuven, Antwerpen, Gent of een andere Vlaamse universiteitsstad gaat ge op het straat, in de winkel, op café en op vele andere plaatsen nog steeds Nederlands moeten gebruiken, en hoewel de Vlaming in het algemeen wel goed is in het Engels, kan het de communicatie toch wel wat bemoeilijken als ge Engels zou gebruiken.
En ten vierde, en dees is meer specifiek voor als ge een Vlaamse vriendenkring wilt uitbouwen. Wat ge moet weten is dat, wij, Vlamingen, een redelijk terughoudend volkske zijn. Wij zijn redelijk gereserveerd in vergelijking met sommige andere culturen. Wij hebben de neiging om de vriendenkring van onze jeugd te behouden, die ook meestal Vlaams is, en maken daardoor niet zo snel nieuwe vrienden. Daardoor kan het soms wel een tijd duren vooraleer het ijs gebroken is bij ons en we iemand nieuw toelaten tot onze vriendenkring. Wilt ge in zo een vriendenkring terecht komen, dan gaat het zeker helpen als ge de Vlaamse uitspraak onder de knie hebt. Ahja, ‘onder de knie hebben’, betekent ‘iets goed kunnen’. Vlamingen zijn enorm trots op hun taal en daar hoort ook onze specifieke uitspraak bij. Wij appreciëren het dus ook enorm als iemand onze taal probeert aan te leren. Als ge daar bovenop dan nog een goeie uitspraak hebt, gaat ge zeker indruk maken op ons, want sommige klanken in onze taal zijn niet zo makkelijk om aan te leren. Ge moogt perfect Nederlands kunnen spreken, als ge bijvoorbeeld een accent uit Nederland hebt, dan zult ge nog altijd als anderstalige aanzien worden, en op zich niks mis met anderstalig te zijn natuurlijk, maar het gaat het iets moeilijker maken om in een Vlaamse vriendenkring binnen te geraken. Nu, dat is natuurlijk een veralgemening en er zijn natuurlijk uitzonderingen op dat gebied. Er zijn Vlamingen die enorm sociaal zijn naar iedereen toe, maar ik geef het maar mee. Als ge in een Vlaamse regio wilt gaan wonen, dan houdt ge daar toch best een beetje rekening mee.
Daarom is het dus belangrijk om uw uitspraak te oefenen vanaf dag één. En als ge wilt weten waar mensen de meeste fouten maken, dan zal ik u nu wat tips geven.
Bij verre de allermoeilijkste letter voor mensen om te leren in het Vlaams is de ‘g’. Ook voor mensen uit Nederland is deze letter moeilijk om te leren want daar wordt de ‘g’ uitgesproken als een ‘G’. Het verschil tussen de twee is dat onze ‘g’ wordt gemaakt in de mond, terwijl de Nederlandse ‘G’ meer in de keel wordt gemaakt. De Vlaamse ‘g’ wordt eigenlijk op dezelfde plaats gemaakt in uw mond als waar de ‘k’ wordt gemaakt. Het enige verschil tussen een ‘k’ en een ‘g’ is dat uw tong een heel klein beetje naar beneden gaat zodat er lucht door kan. Die doorkomende lucht maakt ons ‘g’ geluid. [demonstratie]
Wel handig om te weten is dat in sommige Vlaamse regio’s dees wel wat kan verschillende. Bijvoorbeeld in West-vlaanderen wordt ‘g’ meer uitgesproken als een ‘h’, wat één van de redenen is waarom wij, Vlamingen van andere regio’s, het soms zo moeilijk vinden om West-Vlamingen te verstaan.
Een andere letter die dikwijls problemen geeft is de rollende ‘r’. Als ge gewoon zijt van een taal te spreken met een rollende ‘r’, zoals Spaans of Russisch, dan gaat ge hier geen enkel probleem mee hebben. Maar als ge bijvoorbeeld van Frankrijk komt en ge spreekt met een Franse ‘r’, dan gaat het al wat moeilijker worden om te wisselen naar een rollende ‘r’. En als ge gewoon zijt van Engels te spreken, is het ook niet evident om te wisselen van de English ‘r’ naar onze ‘r’. Net zoals met de ‘g’ gaat dat wel wat verschillen van regio tot regio. In sommige regio’s in Vlaanderen gebruiken ze wel degelijk de Franse ‘r’ wanneer ze spreken, zoals bijvoorbeeld in Limburg. En als ge de grens zou oversteken naar Nederland, dan gaat ge horen dat daar veel meer de Engelse ‘r’ wordt gebruikt, naast de rollende ‘r’.
Dan zijn er ook de klanken ‘oe’, ‘uu’ en ‘eu’ die kunnen leiden tot verwarring wanneer ze niet goed uitgesproken worden. Ik weet dat het geen gemakkelijke klanken zijn om te leren, maar daar tijd aan spenderen om die duidelijk te kunnen uitspreken, zonder dat ze lijken op de andere klanken, is toch wel belangrijk. Ik bedoel, als ge ooit naar Vlaanderen komt en ge wilt een appartement of huis huren, dan moet ge huur betalen. Als ge dan ‘hoer’ zegt in plaats van ‘huur’ dan kan dat toch wel tot gênante situaties zorgen met uw huisbaas, want ‘huur’ betekent uw maandelijkse betaling, terwijl ‘hoer’ ‘prostituee’ betekent.
Naast de letters en klanken die typisch Vlaams zijn, zijn er dan nog bepaalde woorden die ge hier enorm veel hoort. Zoals ge ondertussen wel gehoord hebt door mij te horen praten, de woorden ‘ge’ en ‘gij’ worden hier veel gebruikt. Dat is wel regio-gebonden. In Oost- en West-Vlaanderen gaat ge eerder ‘je’ en ‘jij’ horen, bijvoorbeeld. Ook het gebruik van het woord ‘u’ in informele situaties is iets zeer Vlaams, wat soms rare blikken kan geven als ge dat doet bij Nederlandse vrienden.
Iets wa mij ook is opgevallen tijdens het schrijven van de transcripties voor de podcast is dat ik het woord ‘dees’ enorm veel gebruik, wat ‘dit’ wilt zeggen. Ik heb het es opgezocht en dat is blijkbaar iets Brabants, dus dat wordt vooral gebruikt in Vlaams-Brabant en Antwerpen.
Wij hebben ook de neiging om letters op het einde van een woord af te kappen. Wanneer we een werkwoord uitspreken dat op ‘-en’ eindigt, gaan we daar zelden de ‘n’ van uitspreken. Zoals ik nu juist gedaan heb: ‘uitspreke’ in plaats van ‘uitspreken’. Maar ook bij woorden die in het meervoud op ‘-en’ eindigen doen we dat. Zoals ik nu juist weer deed: ‘woorde’ in plaats van ‘woorden’.
En nie alleen bij woorden op ‘-en’. Woorden zoals ‘dat’, ‘wat’ en ‘niet’, spreken wij meestal uit als ‘da’, ‘wa’ en ‘nie’.
Soit, dees zijn alleszins al wa tips da ik u wou meegeven. Zo zijn er nog veel meer, maar ik ga het er hier voorlopig bij laten. En effe voor de duidelijkheid, uitspraak in Vlaanderen is heel divers en gaat verschillen van persoon tot persoon. Ik praat Brabantse tussentaal met een accent uit Leuven. Mijn bomma praat Brabants dialect met een accent uit de Antwerpse Kempen en bijvoorbeeld een vriendin van mij uit Mechelen praat standaardtaal omdat haar ouders haar zo hebben opgevoed, dus zij kan geen tussentaal of dialect spreken. Zo ziet ge maar dat de uitspraak die we hebben enorm kan verschillen gewoon door een paar factoren, zoals regio, leeftijd en opvoeding.
(Uitspraak) coaching
Vraagt ge u nu af of uw uitspraak goed is of nie? En of ze Vlaams is of eerder Nederlands? Dan heb ik goed nieuws voor u, want iets dat ik enorm graag deed tijdens mijn tijd als leraar Vlaams op italki, was uitspraak corrigeren. En hoewel ik nu niet meer op italki zit, is dees toch wel iets wat ik voorlopig nog wil blijven doen. Dus als ge nieuwsgierig zijt, als ge curieus zijt, over waar ge staat met uw uitspraak, stuur mij dan een mailtje. Dan spreken we af om een sessietje te doen waarbij ik uw uitspraak test. Op basis daarvan kunnen we al dan niet beslissen wat we verder kunnen doen om uw uitspraak verder te verbeteren. Dat kan gaan van sessies met mij waarbij we ons concentreren op bepaalde klanken tot het geven van oefeningen om u thuis mee bezig te houden. Mijn mailadres is nog altijd pieter@opznvlaams.be.
Daarnaast zou ik ook graag wat meer taalcoaching willen doen. Daarmee bedoel ik samen met mensen die een taal studeren, kijken hoe ze dat aanpakken en of het beter kan. Ik denk dan aan nieuwe studie-technieken aanleren en de motivatie hoog houden, want ik heb gezien dat deze twee dingen een enorm verschil maken bij het leren van een taal. Bij mensen die geen goeie studeertechnieken hebben of bij wie de motivatie laag ligt, lukt het aanleren van een taal veel moeilijker. En dat is hetgene waar ik mensen graag zou bij willen helpen. Dus moest u dat ook interesseren, daar kunt ge mij ook een mailtje voor sturen.
En voila, we zijn weer bij ‘t einde gekomen van deze aflevering. Ik hoop dat gelle der van genoten hebt. Zoals bij het eerste seizoen kunt ge de transcriptie van deze aflevering vinden op de website.
Houdt ulle goe en tot de volgende!